“We moeten toch even praten over een diagnose…”
De specialistisch verpleegkundige kijkt me aan. Daar gáán we weer. Ik had nooit gedacht dat ik ooit weer bij de GGZ terecht zou komen. “We gaan slechts vaststellen dat er psychiatrisch iets aan de hand is, anders was je hier niet. Maar vervolgens zal ik je een aantal stukken tekst voorleggen en dan gaan we samen bespreken wat ervoor heeft gezorgd dat je in deze crisis bent geraakt. Dit heet een verpleegkundige diagnose.”
Zonder macht
Dit is een verademing. De specialistisch verpleegkundige gebruikt geen macht. Ze gaat niet voor me invullen. Mijn welzijn staat centraal, in plaats van een geldstroom. Is dit de psychiatrie anno 2025? Ik neem alle papiertjes mee naar huis en mag thuis gaan voelen wat bij me resoneert. Het is de vierde afspraak na de crisisaanmelding. Het verpleegkundig team heeft goed naar me geluisterd, de papiertjes snijden hout. Voel ik me machteloos? Ben ik de hoop verloren? Heb ik een lage zelf-achting? Mijn ogen blijven haken in het vijfde papiertje. Ik had het bijna niet meegenomen. Ik kan de eerste letters niet goed lezen vanwege de zwarte kopieerschaduw. Wat staat er?
Hervestigingssyndroom. Klasse 1. Posttraumatische reacties. Code 00114. Relocation stress syndrome.
“Relocation Stress Syndrome (RSS), ook bekend als overdrachtstrauma, is een aandoening die mensen treft, met name oudere volwassenen, wanneer ze van de ene woonomgeving naar de andere verhuizen. Het kan leiden tot emotionele en fysieke uitdagingen, waaronder angst, depressie en veranderingen in eetlust of slaappatroon, vaak als gevolg van de stress van het verlaten van een vertrouwde omgeving.“
Een acht-kanten-buren-flat
Twintig uur per dag sluip ik rond in mijn flat, om de buren niet te storen. Het is zo gehorig. Van een twee-onder-één-kap woning naar een aan-acht-kanten-buren-flat. Ik kan geen vertrouwd aanknopingspunt vinden. Als ik thee zet zie ik beelden van mijn kruidentuin voor me. De kippen kijken me virtueel met hun kraaloogjes aan, hun snaveltjes omhoog. Maar ze zijn er niet. Er is niets dat ik herken. Ieder stofdeeltje, ieder geurtje in mijn flat is vreemd. Mijn koude thee blijft dagenlang staan. Ik voel hoe mijn hart gebroken is. Ik voel me ontheemd op een griezelige manier, alsof ik aan een touwtje aan het plafond hang. Alsof ik met het verlaten van mijn vertrouwde omgeving een stuk van mezelf ben kwijtgeraakt. Dit doet pijn.
Niet de enige
Waarom deel ik dit? Ik deel dit omdat ik niet de enige ben die dit meemaakt. Er is een verpleegkundige diagnose bedacht omdat zoveel mensen hier last van hebben. Dit is iets van alle tijden. Een universele menselijke kwetsbaarheid. Vluchtelingen. Ouderen die naar een verzorgingshuis moeten. Ik loop het lijstje door dat ik van de verpleegkundige heb gekregen. Boos gedrag: check. Angst: check. Verlaagd zelfbeeld: check. Depressieve klachten: check. Uiting van boosheid: check. Uiting van frustratie: check. Identiteitsverlies: check. Preoccupatie (dwanghandelingen): check. Meldt veranderde slaap-waak cyclus: check. Alleen voelen, onzeker voelen, eenzaam voelen, sociale vervreemding, niet willen verhuizen… Check. Check. Check.
“Onvoldoende counseling voor vertrek“
Mijn ogen vallen op de woorden “onvoldoende counseling voor vertrek”. Het is ontzettend belangrijk om iemand die ‘moet’ verhuizen bij de hand te nemen. Het is te zwaar om alles alleen te doen. We zijn sociale mensen, we horen bij elkaar. Communicatie barrière. Onvoldoende controle over de omgeving. Onvoldoende sociale steun. Dit zijn samenhangende factoren waardoor iemand uiteindelijk onderuit gaat, misschien zelfs zonder het zelf te hebben zien aankomen. Er is een extra risico als de ervaring onvoorspelbaar is, of als iemand vaker met verlies te maken heeft gehad. We moeten een beetje op elkaar passen. We moeten héél erg op elkaar passen.
Pompoentaart
Terwijl ik dit schrijf staat de pompoentaart in de oven. De bovenbuurvrouw heeft me de tip gegeven om zachte melodieuze muziek op te zetten. Ik bedenk dat ik er nog goed vanaf ben gekomen. Zes weken lang word ik door het psychiatrische team begeleid, ik kan bellen zodra dit nodig is. Mijn kinderen helpen me om me thuis te gaan voelen. Kasten in mijn flat, samen het Elfstedenpad gaan lopen. Ameland in de buurt.
Ik denk aan al die anderen. Al die mensen die geen plek hebben.
(geschreven door Keeke)